Naar het effect van bewegen op depressie zijn vooral veel groepsstudies gedaan. Die vinden vaak een licht positief effect. Maar een studie uit 2015 van een groep Groningse onderzoekers die naar individuen keek, liet een verwarrende uitslag zien: sommige deelnemers knapten enorm op, bij anderen daalden de positieve gevoelens juist. Geen peil op te trekken, kortom.
Dan is er nog de Hunt-studie, een grote Noorse megastudie met meetmomenten om de tien jaar, die keek of er aanwijzingen zijn dat gezonde mensen (zonder voorgeschiedenis met stemmingsstoornissen) een toekomstige depressie kunnen afwenden met beweging. Deze studie zag een kleine winst: van de groep die bewoog kregen 5 op de 100 een depressie, van de groep stilzitters 7 op de 100.
Afgelopen jaar deden Amerikaanse onderzoekers een genetisch onderzoek, waarin zij data van zo’n 600 duizend Amerikanen bestudeerden op de relatie tussen bewegen en depressies. Zij concludeerden dat zelfs een milde vorm van bewegen, 15 minuten wandelen per dag bijvoorbeeld, mogelijk de kans op het krijgen van een depressie iets kleiner maakte. U leest het goed, veel slagen om de arm. Een direct oorzakelijk verband is nog altijd niet gevonden: noch voor sneller herstel, noch voor het afwenden van een depressie.
‘Dát er potentiële winst te behalen is bij mentale gezondheid, lijkt me een belangrijke reden om bewegen heel actief te promoten’, zegt bijzonder hoogleraar chronische depressie Jan Spijker (Radboud Universiteit Nijmegen).