Onder stappentellers – de mensen, niet de apparaten – gaat een magisch getal rond. Wie zijn stappen gaat tellen, streeft zonder uitzondering naar de 10.000 per dag. Het getal is afkomstig van een Japanse marketingcampagne uit de jaren zestig voor de oermoeder der stappentellers, manpo-kei geheten. Japans voor, u raadt het al: ‘10.000-stappenmeter’. Een betrokken bewegingswetenschapper schudde het uit zijn mouw.
Voor degenen die de 10.000 niet of zelden aantikken, biedt een cohortstudie (waarin een grote groep mensen meerdere jaren wordt gevolgd) in het vakblad JAMA Internal Medicine van afgelopen mei enige geruststelling. De onderzoekers keken naar ruim zestienduizend oudere Amerikaanse vrouwen (gemiddelde leeftijd: 72). Zij behaalden de grootste gezondheidswinst (lees: verlaging van de kans op vroegtijdig sterven) bij 7.500 stappen per dag. Alle daarboven gezette stappen leken geen invloed meer te hebben.
Wat vooral niet onvermeld mag blijven: vrouwen die hun daggemiddelde opschroefden van 2.700 naar 4.400 (pakweg een behoorlijk blokje om in de buurt of een rondje in het nabijgelegen park) verkleinden hun overlijdensrisico met bijna de helft.
Wat best opmerkelijk is, want mensen die minder dan 5.000 stappen per dag lopen, worden in de bewegingswetenschap doorgaans ‘sedentair’ genoemd: zij leiden een zittend leven. En van die groep is bekend dat ze meer risico lopen op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten en diabetes type 2.
Het is zo’n beetje hét inzicht in het vakgebied van de bewegingswetenschappen, zegt zowel bewegingswetenschapper Matthijs Hesselink als inspanningsfysioloog Thijs Eijsvogels.
Beweegt iemand niet, dan is het overlijdensrisico het grootst, maar elk stukje extra beweging vanaf het nulpunt laat een grote afname van het risico zien. Wie dichter bij de beweegnorm komt of die ruimschoots passeert, wapent zichzelf heus een beetje meer, maar de invloed is zonder meer het indrukwekkendst bij wie van niets naar iets gaat.
Bent u geen vrouw van gemiddeld 72? Dan is het ambiëren van zo’n 10.000 stappen heus niet gek. Wie zich aan de beweegnorm houdt, komt met omgerekend zo’n 8.000 stappen al aardig in de buurt.
Goed nieuws: u mag ze ook in huis bij elkaar sloffen, van de bank naar de koelkast, tijdens de afwas of het stofzuigen. ‘Stappen zijn stappen’, zegt Hesselink. ‘Elke beweging die het zitten onderbreekt is positief.’ Al moet wie fitter wil worden, iets meer uit de kast halen. Omhoog met die hartslag en een beetje hijgen. En ga vooral niet urenlang zitten nadat je je beweegdoel behaald hebt, adviseert Hesselink: ‘Een hardlooprondje in de avonduren compenseert een hele dag zitten op kantoor niet. Zorg voor zo veel mogelijk onderbrekingen van de zittijd.’
Eijsvogels is minder streng: ‘Er zijn goede aanwijzingen dat wie elke dag na het werk hardloopt, het zitten wel compenseert.’
Maar elke dag rennen? Dat doet de gemiddelde Nederlander niet. Het illustreert een valkuil in een vakgebied met bovengemiddeld actieve academici. Hesselink: ‘We beseffen soms te weinig dat er een grote groep mensen is die de normen bij lange na niet haalt.’